Wat zijn kalenderwoorden

wat zijn kalenderwoorden

Wat zijn kalenderwoorden?

Je hoort het regelmatig bij het leren van een taal. “Dan leer je de cijfers, woordjes, kalenderwoorden en werkwoorden”. Maar wat wordt er nu eigenlijk bedoeld met kalenderwoorden? Nou, dat zijn deze belangrijke woorden die je moet kennen:

  • de dagen van de week
  • de maanden
  • de jaargetijden

Ja, ik zeg moet kennen. Want het lijkt misschien heel eenvoudig, zo van “die leer je toch gemakkelijk” maar in de praktijk valt dat vies tegen.

Het blijkt dat die eenvoudige woorden niet blijven hangen. Want was maandag, dinsdag, woensdag nu lundi, mardi, mercredi in het Frans of toch jeudi, lundi, dimanche? Om maar niet te spreken over de spelling. En wat te denken van de Duitse kalenderwoorden; Mittwoch, Samstag, Donnerstag, jawel en geen Donderstag.

Datzelfde geldt overigens ook voor de cijfers. Ze lijken zo eenvoudig, maar ook deze blijven niet zomaar in het koppie zitten. Het vereist oefening en herhaling.

En elke taal heeft zo zijn specifieke woorden en combinaties voor cijfers. Zo is in het Frans vier = quatre, veertien = quatorze, veertig = quarante, eenenveertig = quarante et un, tweeenveertig = quarante-deux. Ze lijken op elkaar maar zijn toch net weer even anders.

En met deze ogenschijnlijk eenvoudige woorden trap je dus in de valkuil van het gemak.

Daarom vergeet je de kalenderwoorden

Kalenderwoorden en cijfers vergeet je snel, omdat het namelijk woorden zijn die je aan het begin van het schooljaar leert. Maar wanneer het hoofdstuk ‘erop zit’ ga je door naar het volgende hoofdstuk.

Dat is logisch wanneer je werkt vanuit het lesboek. Maar doorgaan naar een nieuw hoofdstuk betekent niet zondermeer dat alle kennis in het koppie zit, dat het is opgeslagen in het langetermijngeheugen.

Nope! Dat heeft namelijk tijd nodig. En heel veel herhaling. En herhaling krijg je door veel te oefenen.

Dus eigenlijk zou je op school telkens opnieuw bepaalde woorden moeten herhalen, zoals de kalenderwoorden en de cijfers. Net zolang totdat je ze direct kunt opnoemen als ze gevraagd worden. Want deze woorden zijn belangrijk, je gebruikt ze je leven lang.

Help je tiener thuis met het overhoren van woordjes 

Maar, er is goed nieuws! Thuis kun jij je tiener helpen om deze belangrijke woorden te automatiseren. Om ze telkens te herhalen totdat ze ze kunnen opnoemen, zelfs zonder erover na te denken.

Regelmatig oefenen en herhalen is heel belangrijk om taalkennis te verankeren. Om het op te slaan in je langetermijngeheugen.

Het werkt het beste wanneer je er een routine van maakt. Elke dag 10 minuten oefenen. Als je er ook nog een vast moment voor kiest, bijvoorbeeld ‘s ochtends tijdens het ontbijt of ‘s avonds om 19.30 op de bank, dan wordt het helemaal een automatisme en voelt het niet als leren?

En wanneer je samen de woordjes leert en de woordenschat vergroot heb je ook nog even qualitytime samen. Want merk jij ook dat je tiener op de middelbare school niet altijd meer zit te wachten op pap of mam om samen een filmpje te kijken of iets leuks te doen? Door samen quality time door te brengen met leren combineer je beiden.

Maar pas op, samen leren betekent niet dat jij het huiswerk voor je tiener gaat maken. Want dit blijkt nog weleens een valkuil te zijn. Ik schreef hier een blog over, helpen bij huiswerk maken.

Help je tiener met leren

Hoe kun je nu samen aan de slag om de taalkennis te verankeren? Om de basiskennis van de brugklas goed onder de knie te krijgen?

Wil je de cijfers leren? Neem een set speelkaarten, noteer op de achterzijde de vertaling in de vreemde taal en overhoor zo je tiener terwijl jullie een potje kaarten. “Mam, mag ik pique huit?” Dan geef jij je schoppen acht.

Of kies een van onze taalspellen. Dan heb je de brugklas basiskennis in een doosje ?  Wij werken o.a. met voorbedrukte woordkaarten waar de belangrijke woordenschat van de brugklas op staat. Deze woordkaarten hebben wij verdeeld in 4 groepen:

  • werkwoorden
  • kalenderwoorden
  • cijfers
  • woordjes

Selecteer een woordgroep en ga daarmee aan de slag. Elke dag 10 minuten.  Aan het einde van de week ken je de vertalingen. En volgende week begin je aan een nieuwe woordgroep en herhaal je die van vorige week.

Op deze manier leer je snel en eenvoudig je kalenderwoorden en meer

Omdat kalenderwoorden en cijfers, woorden zijn die je móet kennen (net als de werkwoorden) leer je ze met voorbedrukte woordkaarten wél en worden ze ook nog eens opgeslagen in het langetermijngeheugen.

Veel plezier samen!

 

Leren met voorbedrukte woordkaarten optin