Leren met voorbedrukte woordkaarten
Leren met voorbedrukte woordkaarten
Door het gebruiken van voorbedrukte woordkaarten kon mijn zoon zijn droom combineren met school. Wil jij weten hoe hij dat deed? Lees dan snel verder.
Mijn oudste zoon is ijshockeyer, in hart en nieren. Hij begon er mee toen hij op de basisschool zat. Op school werden flyers uitgedeeld door een klasgenootje om in de herfstvakantie een ijshockey-clinic te doen. Dat zag hij wel zitten.
Dus op een woensdagmiddag in de herfstvakantie reden we samen naar de ijsbaan. Daar aangekomen werden we ontvangen door een super enthousiaste jeugdcoach. Hij nam mijn zoon mee naar de kleedkamer. Dat leek wel een walhalla. Het lag vol met kleding en bescherming die hij aan kon doen. Zo’n ‘kleine’ jongen (hij was toen al groot voor zijn leeftijd) met al die beschermingskleding, prachtig vond hij het. Een helm met kooi, een bodyprotector, arm- en beenkappen, een grote broek met bescherming en een tok. Met een big smile ging hij het ijs op.
Na afloop van de clinic haalde ik hem op, en zag een stralend gezicht. “Kom je morgen weer?”, vroeg de coach. Zijn ogen vlogen mijn kant op, please mama, en ja hoor, morgen zijn we er weer. En zo begon zijn buitenlandse ijshockeyavontuur.
Hij begon in de jeugdgroep U8, had wekelijks een paar keer training. Later kwamen daar wedstrijden bij. IJshockey is een leuke, maar ook intensieve sport. Niet alleen sportief gezien, maar ook qua tijdsbesteding. Toen hij nog op de basisschool zat was het vooral goed plannen om hem te brengen en op te halen. Gelukkig deden opa en oma dat vooral.
Dit artikel over helpen met huiswerk is geschreven op 22 januari 2019 en in februari 2022 bijgewerkt naar een geüpdatete versie.
Toen hij naar de brugklas ging werd het ineens een ander verhaal.
Toen hij naar de brugklas ging veranderde zijn wereld enorm. Niet alleen ging hij niet in het dorp, maar in Maastricht naar school, waardoor hij met de trein moest reizen. De brugklas ‘an sich’ is al heel overweldigend en veel. De combinatie van school, vrienden, huiswerk, toetsen, reizen en sporten was huge. En huiswerk maken werd een dingetje.
Zo veel verschillende vakken en huiswerk en dan ook nog eens het vele sporten maakten dat hij gewoonweg te weinig tijd had. Dat vroeg om structuur en een aanpassing. Ik merkte dat vooral de vakken waarbij je veel moest herhalen lastig waren. De ‘normale’ huiswerkopdrachten die lukten nog wel, die waren te overzien. Maar de talen, waarbij hij veel moest oefenen en herhalen, schoten erbij in.
Helpen met huiswerk
Ik ging hem helpen met huiswerk door woordkaarten te maken. Voorbedrukte woordkaarten zodat hij de woordjes en werkwoordvervoegingen veel kon herhalen. Ik begon met de woordjes uit zijn lesboek, maar merkte al snel dat vooral de werkwoorden, en de woorden die je veronderstelt wordt te kennen zoals cijfers en kalenderwoorden, niet bleven hangen.
Daarom maakte ik woordkaarten van de basiskennis. Want de basiskennis heb je je hele leven nodig. Het is fijn, en goed, om een grote woordenschat op te bouwen, maar als je de belangrijke werkwoorden niet kunt vervoegen, of de maanden, de dagen, de jaargetijden en de cijfers niet kent, ja dan loop je toch al snel vast als je de taal wilt gaan spreken.
En het was effectief!
Woordjes leren met voorbedrukte woordkaarten wierp z’n vruchten af
De voorbedrukte woordkaarten had ik geplastificeerd en zaten in een zakje. Als we in de auto naar de training zaten oefende hij met de voorbedrukte woordkaarten. Het was een ritje van 15-20 minuten waarin hij genoeg tijd had om te oefenen en te herhalen. Gingen we naar een uitwedstrijd dan had hij langer de tijd en kon hij de hele set doen. Het was voor hem een ideale manier om woordjes te leren.
Leren met woordkaarten begon spelenderwijs
Eigenlijk kun je wel zeggen dat mijn zoon er voor gezorgd heeft dat het taalspel uiteindelijk is ontstaan 🙂 Ik maakte de woordkaarten voor hem en we begonnen spelenderwijs Frans te oefenen. Hij oefende zelf onderweg, samen oefenden we ’s ochtends aan de ontbijttafel en werd het een wedstrijdje.
We begonnen met een paar woordjes en werkwoorden en er kwamen er steeds meer bij. Gaandeweg beklijfde de taal. Hij vervoegde de werkwoorden zonder erbij na te denken. Omdat ik zelf een woordje Frans spreek kon ik hem zelf meteen de juiste uitspraak geven. En voor Duits deden we precies hetzelfde.
Eens in de zoveel tijd herhaalden we de woorden en werkwoorden. Zelfs toen hij in de hogere klassen zat, speelden we het nog. Want die belangrijke werkwoorden heeft hij continu nodig.
En toen we een keer in Frankrijk op een toernooi waren kon hij zelf met de coaches en andere spelers praten. Hoe cool is dat?! Ik was natuurlijk apetrots dat hij dat deed.
En ik moet je zeggen, dat is nog een bijkomend voordeel, hoe jonger kinderen met het leren van een vreemde taal beginnen, hoe minder schroom ze hebben om de taal daadwerkelijk te spreken. Zo heb ik mijn zoon spelenderwijs geholpen met het opbouwen van zijn basiskennis voor de vreemde talen.
Zijn taalkennis heeft hem in zijn leven al goed geholpen. Hij durft zijn talen te spreken, reist de wereld als ijshockeyer over en heeft een talenknobbel ontwikkeld. Ik schreef al dat in de U8 zijn ijshockeyavontuur begon. Inmiddels woont hij in Zweden en Canada, de ijshockeylanden bij uitstek, en geniet van zijn sportieve leven. En ik ben natuurlijk erg blij dat hij ook in deze landen zijn talen spreekt, inmiddels ook vloeiend Zweeds en Engels.
Wil jij ook je tiener helpen met huiswerk?
Wil jij je kind ook helpen met huiswerk en voorbedrukte woordkaarten, zodat je tiener gemakkelijk de vreemde talen van de brugklas leert en bovenal het geleerde onthoudt? Kijk dan in onze taalspellenshop welk taalspel jouw kind helpt. Wil je zien hoe de taalspellen werken ? We geven je hier een goede indruk van onze spellen.